Wat hebben bananen met vrede te maken?
Harrie is geboren in september 1935 in Brabant en was dus vier en een half jaar toen de oorlog uitbrak. Als kleuter was hij dol op bananen.
Hij schrijft “In mei 1940 maakte ik een stuk oorlog mee omdat de brug over de Zuid Willemsvaart werd opgeblazen en ik stiekem het huis uit was geslopen om te kijken of mijn vriendje nog leefde. Ik hoorde ‘fluiten’ maar wist niet dat het kogels waren. Daarna werd het rustig in mijn leventje. Ik hoorde ‘grote mensen’ praten over de oorlog, maar er was geen ‘schieten’ meer; er gingen geen bruggen meer de lucht in. Ik vroeg me af wat het verschil was tussen oorlog (terwijl ik geen vechten zag) en vrede (als er niet gevochten wordt). Ik stelde de vraag aan mijn moeder: ‘hoe kan ik weten of het vrede is?’ Haar antwoord: ‘Je weet pas of het vrede is, als er weer bananen bij de groenteboer liggen’. Uiteraard geloofde ik haar. Ik keek steeds in de winkel van de groenteboer of ze er al lagen. Toen mijn vader mij op 5 mei 1945 ‘s avonds wakker maakte met het nieuws ‘De Duitsers hebben gecapituleerd; nu is de oorlog voorbij!’ ben ik de volgende ochtend op weg naar de kerk langs de groenteboer gegaan, maar er lagen geen bananen. Ik twijfelde opeens: wie moest ik nou geloven?”
Ik vond dit een mooi verhaal (terug te lezen: nrc/weblog). Tenslotte heb ik iets met bananen en vrede. Het verhaal geeft mooi aan dat het beeld dat we hebben van vrede, altijd persoonlijk is. De één zegt: “de oorlog is voorbij omdat de Duitsers hebben gecapituleerd” De ander gelooft het niet omdat er geen bananen bij de groenteboer liggen. Je kunt er om lachen. Misschien denk je “het is nog een kind, het weet niet beter”. Maar de kern van de zaak is steeds hetzelfde. Hoe je iets waarneemt en wat je voor ‘waar’ aanneemt bepaalt je gevoel en daarmee je gedrag.
Herken je dit? Wil je het met mij delen?