Een bouwzaak: wie moet de schade betalen?

Een aantal jaren geleden werd ik benaderd door een fabrikant van trappen. Hij had een geschil in de bouw, waar vele partijen bij betrokken waren. Er was iets mis gegaan. En iedereen wees met de vinger naar een ander.

Het ging om de oplevering van een fabriekspand. De opdrachtgever wilde er snel in en had al een datum voor de opening gepland. Al zijn relaties waren uitgenodigd. De hoofdaannemer zette de onderaannemers onder druk. Het moest snel gebeuren. Onder andere de levering van een trap met glazen treden. Onder deze druk ging er van alles mis. Haastigen spoed is zelden goed. Het werd niet mooi. De opdrachtgever was niet tevreden en wilde niet betalen. Hij wees naar de hoofdaannemer, die niet tevreden was. Deze wees vervolgens naar de onderaannemer die op zijn beurt weer naar de trappenfabrikant wees.  Die wees naar de glasleverancier, en deze vervolgens naar de glaszetter. De laatste in de keten zei: ik ben niet aansprakelijk, mijn algemene voorwaarden zijn duidelijk. Kortom een impasse was ontstaan. En het probleem werd niet opgelost.
De trappenfabrikant, ik noem hem Tom, zei:

Dit kan eeuwig zo doorgaan, maar dit kost ons handen vol geld aan advocaten, aan deskundigen en eindeloos gedoe. Ik voel daar niets voor. Ik wil een oplossing waar we allemaal tevreden mee zijn. Kun jij dat regelen. Jij bent mediator.”

Ik herinner mij dit soort zaken toen ik nog advocaat was. Dossiers die dikker worden, iedereen heeft gelijk en legt de verantwoordelijkheid bij een ander. Wie is schuldig, wie is aansprakelijk? Wie moet betalen? Uiteindelijk komt er misschien een rechter aan te pas, die partijen de gang op stuurt om de zaak te schikken. En als dat niet lukt dan hakt de rechter een knoop door en wijst vonnis. Niemand die wint en niemand die echt tevreden is. Ondertussen zijn we jaren verder.

Tom gaf nog aan dat wanneer de andere partijen niet mee wilden betalen aan mijn kosten, dat hij die kosten voor zijn rekening zou nemen. Dat voorkomt een hoop discussie. Ik nam de zaak aan en ging aan de slag. Alle betrokken partijen sprak ik telefonisch en hoorde hun verhaal. Ik vroeg ieder van hen of zij een oplossing wilden waar iedereen tevreden mee is. Daar kon niemand nee tegen zeggen. Maar niemand wilde mee betalen aan mijn kosten. Ik zei dat Tom had aangegeven dat hij die zou betalen. Zo konden we een afspraak maken waarbij alle partijen aanwezig waren.

Ik hield de mannen voor dat het mij helder was dat iedereen een aandeel had in het ontstaan van de impasse. De opdrachtgever die geen oog had voor de onderaannemers, de onderaannemers die niet het lef hadden om te zeggen, dat het zo niet goed kon worden uitgevoerd, etc etc. In de communicatie kan er van alles mis gaan. Onbedoeld en ongewild. Op mijn vraag of zij een oplossing wilden waar iedereen tevreden mee was knikten zij instemmend. In de bouw kom je elkaar altijd weer tegen. Je hebt elkaar nodig. Maar in de koppigheid en gelijkhebberigheid zie je dat even niet. Met de wil om er uit te komen, gingen zij brainstormen.

De één zei: “Ik  kan dat materiaal wel leveren, maar ik heb geen personeel”. De ander ze: “Die heb ik, we regelen het wel samen.”

Binnen no time (één middag!) was het opgelost, naar tevredenheid van alle betrokkenen. Van de bouw heb ik geen verstand, maar als mediator hoeft dat niet. Dat heb ik ervaren ook in deze zaak. Toen de angel eruit was kon iedereen weer praten over het vak. Inhoudelijk. Daar haak ik dan weer af, haha. Al die technische details, ik begreep er niets meer van.

Ik vroeg: “Mannen, begrijpen jullie waar je het over hebt?”
 ”Ja hoor mevrouw, geen zorgen!”

Toen het was opgelost zei Tom: “Ik vind dat we allemaal baat hebben bij deze oplossing en zou het fijn vinden wanneer de kosten van de mediation worden gedeeld”. Wat aanvankelijk een struikelblok leek te zijn was het niet. “Geen enkel probleem”, was de reactie.

Wat word ik daar dan weer blij van. Ik kan weer achterover leunen. Ik hoef niets meer te doen, mensen kunnen het zelf, wanneer de angel er uit is. Dat is de kunst en dat is mijn stukje. En wat ik zelf zo heerlijk vind is, dat mijn dossiers dun blijven en ik meer dan tevreden klanten heb. Win-win voor iedereen!