Grenzen trekken

Dit is van mij en dat is van jou. Dit is mijn land, dat is jouw land. Hier is de grens. Zo scheiden we eenvoudig de wereld in tweeën. En dat doen we al van kinds af aan. Wanneer een baby voor het eerst zijn eigen hand ontdekt is dat een magisch moment. En zo ontstaat ook het “ik”. Maar met “ik” is er ook een “jij”. Een ander. So far so good. En als we het samen goed hebben is er ook niets aan de hand. Dan kunnen we prima met elkaar spelen. Dan delen we de bal. Tot dat er iets gebeurt. Het moment dat je de bal moet afgeven en niet meer terug krijgt. Tot dat een ander bepaalt dat we een ander spel gaan spelen. Tot dat moment dat het samen niet meer leuk is. Tijd om dat aan te geven.

“Je gaat over mijn grens!”
 “Ik moet voor mezelf opkomen, mijn grenzen aangeven.”
“Ik moet mijn grens bewaken.”

Herken je dat? Ergens onderweg verlies je je vrijheid, je autonomie. Dan krijg je het benauwd. Je wordt belemmerd in je mogelijkheden. Tijd om dat aan te geven. De grens aan te geven, of de grens te sluiten.

Ik herken dat wel bij mezelf. Dan heb ik de neiging om anderen “de waarheid” te zeggen. Dan voel ik mij gevangen en heb ruimte nodig. Maar waar zit dat in? In de ander of is er ook iets in mijzelf?

Vaak denken we dat wanneer we anderen vertellen dat dit de grens is, dat de ander dat begrijpt. En vol respect en liefde jou de ruimte geeft die jij nodig hebt. De realiteit is weerbarstig.

Wanneer ik “mijn grens” aangeef, dan duw ik de ander bij mij weg. Zonder dat ik het in de gaten heb. Dan is er een “ik” en een “jij”, die zich steeds verder van elkaar verwijderen. Is dat erg? Gewoon menselijk. Maar wat ik dan mis is “wij”. Dan voel ik mij alleen en niet verbonden.

Het herinnert mij aan een gesprek dat ik had met een man. Hij kwam te dicht bij, over mijn grens dacht ik. Ik wilde hem niet afwijzen, maar deed dat ondertussen wel. Hij moest dat maar begrijpen. Maar hoe kan hij weten dat ik dat zo voel?

Met enige moed heb ik gezegd wat er echt te zeggen was:

“Ik vind het spannend om te zeggen, want ik wil je niet afwijzen. Maar als je te dichtbij komt, dan voelt het voor mij ongemakkelijk.”

Bijzonder was zijn reactie.

“Wat ben ik blij dat je dat eerlijk durft te zeggen. Ik was mij er niet van bewust.”

Sindsdien is het geen enkel punt meer geweest tussen ons. Ik voel me vrij en verbonden. Grenzeloos!