Ja. Toen ik geboren werd heetten de bananen nog geen Chiquita.
Dat veranderde toen ik op de lagere school zat. Ineens werd ik er mee geplaagd. Allerlei grappen en moppen werden er verteld over bananen.
Heel toevallig heeft het mij nooit geraakt.
Ik denk dat het komt omdat ik elk jaar voor mijn verjaardag samen met mijn vader naar de groenteboer ging, waar we een grote kist bananen kochten. Dan trakteerde ik de hele dorpsschool.
Iedereen kreeg een banaan en zei: “Chiquita is jarig!!”
En ik liep blij rond. Kreeg alle aandacht en voelde me echt jarig.
De grappen bleven bij enkele grappen. Het hield nooit lang stand, omdat ik mij er niets van aan trok en zo werd ik gewoon Chiquita genoemd. Het had elke naam kunnen zijn.
What's in a name?
Wie bepaalt of er sprake is van pesten?
Er is een pester en iemand die gepest wordt. Een dader en een slachtoffer. Wat maakt dat degene die gepest wordt slachtoffer wordt en vooral blijft? En hoe zit dat met de dader?
Gaat het om de opmerking die iemand heeft gemaakt of om de impact? En heeft de impact met de opmerking zelf te maken? Interessant om naar te kijken en te onderzoeken. Het begint bij jezelf.
Regelmatig treed ik op als scheidsrechter bij hockeywedstrijden. Ik herinner mij een wedstrijd tussen twee jeugdteams.
Huilend komt de speler in de rust van de hockeywedstrijd naar mij toe.
“De keeper van de tegenpartij noemt mij “lilliputter”.
Mijn eerste impuls is dat ik naar de keeper wil stappen om dit kind te beschermen.
Herken jij dat ook? Een voor mij natuurlijke reactie.
Maar bescherm ik daadwerkelijk dit kind? Weet ik wat het probleem is?
Is het wat de ander heeft gezegd, of is het hoe de speler daarmee omgaat en zich voelt?
Ik besluit mijn primaire reactie te negeren en door te vragen.
“Wat betekent dat voor jou?
Hij zegt: “ik ben erg klein voor mijn leeftijd”.
Ik zeg: “Is dat ook waar? Als ik naar die boom kijk, ben je inderdaad niet groot. Maar kijk ik naar die mier op de grond dan ben je een reus”.
Zijn gezicht klaart op wanneer ik toevoeg:
“ik heb je net zien hockeyen, ik vind dat fantastisch, dus hoezo klein??”
Vervolgens vraag ik hem: “Weet jij hoe ik heet?”
“Nee”, zegt hij.
“Ik heet Chiquita. Ben ik ook een banaan omdat ik zo heet?”
Hij begint te lachen en gaat terug naar het veld voor de tweede helft. Probleem opgelost.
We plakken snel een etiketje op een banaan, op een mens, in feite op alles. We kunnen het er ook afhalen. Dan is een banaan gewoon een banaan en een mens gewoon een mens. Een groot wonder dat dan weer wel.
Wat er gebeurd is kun je niet veranderen, wel wat het met je doet.