Om zichtbaar te kunnen zijn moet je je laten zien. Klinkt heel logisch, toch? Maar hoe doe je dat en wat laat je dan zien?
Kijk ik naar mezelf dan is dat niet zo simpel als het lijkt. Ik herinner mij nog goed dat ik in een training zat waarbij het de bedoeling was dat je op een podium moest staan en dan ook iets moest zeggen. Ik stierf duizend doden. Wat moest ik zeggen? Wat was ook al weer de vraag? Welk antwoord moest ik geven? En dan was het ook nog in het Engels? Help! Waar is de nooduitgang.
Spreken voor een groot publiek wordt aangemerkt als één van onze grootste angsten. En ik begrijp dat.
Spotlight
Wanneer je op het podium staat of in de spotlights dan kunnen mensen je zien. Je bent zichtbaar. Daar sta je dan. En in die schijnwerper sta je alleen. Herken jij dat? Heel veel gezichten kijken je aan. Wat er uit jouw mond komt moet goed zijn. Hoe jij er uit ziet moet ook goed zijn. Wanneer ik daar aan denk dan heb ik heel veel redenen om mij zelf te verstoppen en vooral niet zichtbaar te zijn.
Toen ik nog als advocaat werkzaam was had ik een pleitnota. Ik vertelde wat ik had geschreven over een zaak. De visie van de cliënt. Een betoog waardoor je de procedure kon winnen of verliezen. Het ging niet over mij. Het was veilig. Ik kon mij achter een dossier verschuilen.
Dat kon niet toen ik tijdens een training op een podium stond en aan de beurt was om iets te zeggen. Alle ogen waren op mij gericht. Eerlijk gezegd wist ik niet eens wat ik moest zeggen.
De trainer zei: “You need a lawyer, don’t you?”
Ik beaamde dat en stond er met mijn mond vol tanden. Wat zou er toe doen? Ik herinner mij dat moment als de dag van gisteren en wilde wel door de grond zakken.
Uiteindelijk heb ik iets gezegd over mijn gevoelens van onmacht die ik ervaar wanneer ik op twee plaatsen tegelijk wil zijn. Thuis bij mijn kinderen en tegelijkertijd op mijn werk. Dat ik bang ben om het niet goed te doen. Dat ik het graag op alle fronten goed wil doen. En terwijl ik daar stond te hakkelen kwam ik er achter dat ik helemaal niet op twee plaatsen tegelijk kan zijn. En dat het ook niet hoeft. Rationeel snap ik dat allemaal, maar onbewust was er toch altijd iets dat knaagde.
Ik dacht dat de hele wereld mij ontzettend stom zou vinden, maar gek genoeg kreeg ik enorme bijval. Mensen herkenden zich in mijn verhaal. Hoewel onsamenhangend in mijn beleving bleek het toch helder te zijn. Het kwam rechtstreeks uit mijn hart, authentiek en oprecht. Het raakte de essentie. Niet over nagedacht, maar het klopte en werd begrepen.
Dat is meer dan 20 jaar geleden. Het was voor mij de eerste keer dat ik mij realiseerde dat het niet juridisch of wetenschappelijk onderbouwd hoeft te zijn om iets te zeggen en gehoord te worden. Wat ik zei was goed genoeg. Maar het was veel meer dan dat. Ik voelde een enorme vrijheid en mij verbonden met voor mij onbekende mensen. Ik ontdekte een sleutel en legde de basis voor transformatieve conflictoplossing.
Sindsdien wil ik niet meer anders. Ik verbaas mijzelf er zelfs over. Mijn vak is veranderd, ik durf mijn podium te pakken en zichtbaar te zijn, omdat ik iets wil zeggen. Met plezier en vertrouwen in mijzelf. Nog steeds met plankenkoorts en regelmatig ‘moet’ ik over een drempel, maar ik ben helder over wat ik wil zeggen. Niemand die het met mij eens hoeft te zijn, maar het is wat ik wil.
Freedom to be!
En wat dat te maken heeft met een kopje, lees je in Opgelost!