Wanneer iets je niet bevalt dan bouw je een muur. Hoewel de geschiedenis telkens weer bewijst dat een muur niet werkt, blijven we steeds hetzelfde doen. Bizar is dat.
Einstein zou zeggen dat het waanzin is om steeds hetzelfde te doen en een ander resultaat te verwachten.
Of je nu voor of tegen bent, het is wat het is. Mensen bouwen muren. We scheiden onszelf van een ander. En daar begint meteen het volgende probleem. Het doorkruist onze behoefte aan verbinding, aan samen.
Tegelijkertijd bouwen we een gevangenis. Het doorkruist onze behoefte aan vrijheid. Jij niet meer naar mijn land, ik niet meer naar jouw land. Nog een probleem erbij.
Tijd om bruggen te bouwen, tijd om verschil te maken. Tijd om te beginnen met een stap, gewoon vandaag.
Ik maak mij geen illusies. Niemand die mij om toestemming vraagt een muur te bouwen. Wat kan ik dan doen, wanneer ik juist wil bijdragen aan vrijheid en verbinding.
Ook al wist je alles, maar ken je jezelf niet, dan weet je niets. Zou het antwoord in mijzelf te vinden zijn?
Ik ging op zoek, naar de muren die ik gebouwd heb in mijn leven. En herinner mij nog goed de situatie toen ik nog als advocaat werkzaam was.
Een collega zei op een dag tegen mij: “Zie je niet wat jij doet?!”
Wow, wat hakte die opmerking er in. Ik voelde de grond onder mijn voeten wegzakken. Voelde mij enorm bedreigd, niet veilig meer.
Waarom viel hij mij aan? Wat had ik verkeerd gedaan? Ik begreep het niet.
Mijn automatische verdedingsmechanisme werd de aanval.
Ik diende hem gewoon van repliek: “Waar heb je het over!”
Verder herinner ik mij niets van dat gesprek, maar dat voorval staat nog op mijn netvlies geschreven. Ineens was mijn collega (die ik overigens graag mocht), een vijand geworden. Ik voelde mij afgescheiden, alleen. Niet meer verbonden met hem en het kantoor. Het conflict was ontstaan.
Wat ook ontstond, was de grote chinese muur die ik optrok tussen hem en mij. Geen fysieke muur, maar wel een muur. Een verdedigingsmuur die ik had opgetrokken: “kom niet aan mij!”
Een overlevingsstrategie die ik inzet wanneer ik bang ben, dat ik er alleen voor sta, bang dat ik niet goed genoeg ben, bang om te falen. En in die angst trek ik mijn muur op.
Waar ik mij toen niet bewust van was, was mijn eigen gedrag en houding. Ik had totaal niet in de gaten dat ik hem koud had gezet. Dat ik wel degelijk iets had gedaan, waar ik niet trots op ben. Dat is de waarheid.
Het is een blinde vlek. Je ziet het pas, wanneer je het echt ziet. Gelukkig heb ik dit nu door. Begrijp ik wat ik zelf doe, wanneer ik mij aangevallen voel. En kan het oplossen, door de angel er uit te halen. Dan weet ik hoe ik de brug kan slaan. Dan weet ik hoe ik de muur die ik zelf gebouwd heb, kan afbreken.
Een jaar na mijn vertrek bij dit kantoor belde ik mijn collega en sprak met hem af om te lunchen. Ik was nog steeds bang, voor “mijn vijand”. Maar ik wist dat ik het alleen kon oplossen wanneer ik verantwoordelijkheid nam voor mijn aandeel in dit conflict. Mijn oprechte excuses voor mijn gedrag, voortkomend uit mijn angst niet goed genoeg te zijn. Zijn reactie: “Jeetje, dat was het helemaal niet voor ons. We konden je alleen niet meer bereiken.” En dat begreep ik. Het is weer goed. We zijn verbonden en voelen ons vrij.
Geen muur meer nodig.