Toen ik werd benaderd om als mediator op te treden in een geschil tussen Sinterklaas, Piet, de voor- en tegenstanders van het Sinterklaasfeest heb ik wel even geaarzeld. Misschien begeef ik mij op glad ijs, maar ik dacht hier is niets te verliezen en veel te winnen. Dus ik ging met alle betrokkenen aan tafel. De voorstanders van het Sinterklaasfeest werden vertegenwoordigd door Annemarie en de tegenstanders door Victor. Om privacyredenen zijn de namen uiteraard gefingeerd en mocht je je herkennen in één van de verhalen dan berust dat louter op toeval.
Zoals ik altijd doe, vraag ik eerst of iedereen wel een oplossing wil voor de onderhavige kwestie en dan ook echt een oplossing waarmee iedereen tevreden is. Gelukkig wilde iedereen dit, en dat gaf mij al een goed gevoel te beseffen dat iedereen het diep in zijn hart wel goed wil voor elkaar. Mensen hebben dat met elkaar gemeen.
Ik liet allen aan het woord en vroeg wat de kern van het probleem is:
Sint: “Tja, voor mij is het eerlijk gezegd om het even. Ik kom en ga in vrede”
Piet: “Ik ook”
Annemarie daarentegen was ontdaan: “Sinterklaas is een kinderfeest. Dat is traditie. Ik ben moeder en wil mijn kinderen dit niet onthouden. Het is zo gezellig en we beleven daar zoveel plezier aan. Ik vind dat Victor daar niet zo moeilijk over moet doen. Dit heeft niets met slavernij te maken of racisme. Dat slaat nergens op.”
Victor kon zich niet inhouden: “Je begrijpt het niet. Zie je niet dat het alleen maar een herinnering is aan ons verleden, de slavernij. Zie je niet dat Piet onderdanig is aan de Sint en dat hij een kleur heeft?”
Ook hij wond zich zichtbaar op. Voor en tegenstanders. In elke zaak heb je er mee te maken. Moet zwart dan wit worden of wit zwart? Is dat de oplossing?
Of gewoon maar afschaffen?
Alle wegen leiden naar een lose-lose situatie en dat was nou juist niet de bedoeling.
Ik vroeg door.
Wat raakt je daarin het meest? Langzamerhand werd het me duidelijk. Annemarie verzuchtte. Ik wil het gewoon goed doen. Er gaan zoveel dingen verloren. Dit is nou juist zo’n mooi feest wat we in stand moeten houden. Voor de kinderen? Ik wil hen dat niet onthouden. Het moet zo blijven zoals het is.
Victor daarentegen zei dat het echt achterhaald is. Dat het niet meer past in deze tijd en dat het vooral afgeschaft moet worden.
Voor beide standpunten was wel degelijk iets te zeggen, maar daarmee redden we het niet. Door door te vragen kwamen we bij de kern, de echte pijn. Het was de angel.
Annemarie: “Ik denk dat ik geen goede moeder ben, wanneer ik dit niet aan mijn kinderen kan meegeven en doorgeven”
Victor: “Ik denk dat ik niet goed genoeg ben wanneer ik mij niet inzet voor de afschaffing van dit feest. Dat ik daarmee het leed van mensen die de slavernij hebben meegemaakt, in stand houd.”
Dus begrijp ik het goed dat jullie beiden denken, ergens deep down, dat je niet goed genoeg bent? Dat je tekortschiet of faalt? Annemarie en Victor knikten.
Hoe voelt dat?
Ja duhhh, niet goed natuurlijk!
En wie geef je de schuld van dat rotgevoel?
Zij keken elkaar aan en moesten erkennen dat zij de ander daarvoor verantwoordelijk hielden.
Ik vervolgde. Is het ook waar?
Ben je niet goed genoeg?
Langzamerhand vielen de kwartjes. Over en weer ontstond er begrip. En bovenal ontstond er inzicht in het eigen aandeel in de ontstane impasse. De eigen overtuigingen, de eigen vicieuze cirkel waarin er geen uitweg leek te zijn. Een zelfgemaakte gevangenis. Slaaf van je eigen gedachtepatroon, gedrag en gevoel. Dat wil niemand zijn. Tijd om dat te doorbreken.
Over en weer werden er excuses gemaakt en spontaan ontstonden er allemaal ideeën over de invulling van het Sinterklaasfeest.
Ik zag dat mijn rol er op zat. We dronken nog gezellig een kop koffie. Sint was in slaap gevallen en Piet deed gewoon een spelletje. Beiden dachten: geen idee waar dit over gaat, maar wij zijn blij dat zij er uit zijn.