Soms schaam ik mij voor mijn blanke afkomst. Deze zomer nog, toen ik in Zuid Afrika een bezoek bracht aan Robbeneiland en het Fort in Kaapstad. Het is onvoorstelbaar wat mensen elkaar aan kunnen doen. Het lijkt zo ver weg en toch is het ook heel dichtbij.
Zo sprak ik John. Hij kwam op 18-jarige leeftijd vanuit Suriname naar Nederland. Hij droomt en heeft zijn idealen om de wereld mooier te maken. Met een studie in Nederland zal dat zeker lukken. Hij komt alleen. Zijn familie blijft in Suriname. Hij heeft er zin in.
Hij verkent al snel de omgeving, met het brommertje van zijn neef. Maar in een moment van onoplettendheid belandt hij met de brommer in de sloot. Hij voelt zich totaal ontredderd.
Met man en macht probeert hij de brommer uit het water te halen. Tranen schieten in zijn ogen. Gelukkig ziet hij in de verte een vrouw met een kind achterop de fiets; hulp is onderweg.
Vanuit zijn cultuur is hij gewend dat mensen elkaar altijd helpen. Dat verwachtte hij nu ook. Hij voelde de opluchting al en daarna een ongelofelijke verbazing toen de vrouw doorfietste en hem toeschreeuwde: “Jammer dat je niet verdronken bent, vieze vuile n*r”.
Toen ik dit verhaal van John hoorde voelde ik weer de schaamte. Hoe is het mogelijk dat we dit doen? Dat we elkaar niet helpen, terwijl we niets liever willen dan iets te betekenen voor een ander? En dat heeft niets met huidskleur te maken. Dat is mens-eigen.
John heeft besloten niet te vechten, maar zich gedeisd te houden. Zo overleefde hij deze ervaring. Maar zijn droom leven deed hij op een lager pitje
Mandela zei ooit: “No blame, no shame”. En daar had hij gelijk in. Want met vechten en beschuldigen verander je niets. Hoe begrijpelijk ook. En met schaamte ook niet. Toch is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Een parkeer wacht in Zuid Afrika zei deze zomer tegen mij: de arme mensen lachen, de blanke mensen kijken weg. Ik heb er over nagedacht en ik moet bekennen dat ik die neiging ook had. Uit schaamte. Maar daarmee ben ik ook uit verbinding en dat is niet wat ik wil. Het voelt niet goed. Ik kan niet veranderen wat er is gebeurd, wel wat het met me doet.
Ik kan glimlachen. Het kost niets. Hoe simpel kan het zijn. En dat heb ik vanaf dat moment gedaan. Angst of liefde, ik heb een keuze.
En aan John kan ik een vraag stellen: “Wat heeft je nou het meest geraakt?”
Hij zei: “Ik kon niet begrijpen dat deze vrouw dit voorbeeld wil zijn voor haar kind. Ik vond dat ongelofelijk stom!”
En zijn echte pijn? Dat was iets heel anders dan de opmerking doet veronderstellen. Onbewust dacht John, dat hij zelf stom was. “Maar ben je dat ook?” vroeg ik hem. “Wanneer je in de sloot rijdt? Wanneer iemand anders een opmerking maakt?”
Toen het kwartje viel hebben we er samen om gelachen. De inzichten gaven weer ruimte, ruimte om weer te dromen in vrijheid van een mooiere wereld en daaraan te kunnen bijdragen.
No blame, no shame, freedom to be yourself.