Heb jij net als ik ook de wens om zichtbaar te zijn? Misschien niet om in de schijnwerpers te staan, maar meer omdat je iets wilt zeggen en gezien en gehoord wilt worden.
Toen ik nog als advocaat werkte droeg ik een toga wanneer ik naar de rechtbank moest voor een zaak. Ik was in functie. Daar kon ik mij ook achter verschuilen. In mijn pleitnota stond mijn pleidooi. Juridisch verantwoord. Althans dat hoopte ik dan. Vaak heb ik mij machteloos gevoeld in die functie. Wat win je in een zaak wanneer de relatie is verstoord, wanneer de ander in hoger beroep gaat en het conflict niet is opgelost.
Ik had toen geen woorden, noch de inzichten om het probleem ook echt te kunnen oplossen. Gelukkig is dat nu anders.
Toen ik vorige week voor de rechters stond om een ander pleidooi te houden, merkte ik dat ik mijn toga en pleitnota niet meer nodig heb. Ik hoef mij niet meer te verschuilen.
Het lijkt eenvoudig, toch vraagt het wel iets om voorbij mijn eigen angsten te gaan. Ik noem er een paar: de angst voor afwijzing, de angst iets verkeerds te zeggen, de angst door de mand te vallen, de angst voor pek en veren. Mensen verbazen zich er vaak over. Jij, bang?? En ja, ik ben bang. Maar ik heb besloten om mijzelf daar niet meer door te laten leiden en zeker niet voor iets wat ik zeer de moeite van het delen waard vind.
Voorbij de angst om mijzelf te laten zien en te zeggen wat ik echt wil zeggen, voel ik de verbinding met het publiek, met de rechters. Ik zie geen toga’s meer. Ik zie geen wetboeken. Ik zie mensen. En dan vind ik vanzelf de moed om te blijven staan voor iets wat misschien nog niet zo vanzelfsprekend is. Een andere kijk op het recht en een andere methodiek van conflictoplossing.
Na afloop was het dubbel leuk om getekend te worden door Jesse van Muylwijck, striptekenaar en auteur van o.m. het boek: De rechter, een uitgemaakte zaak.
Wanneer je getekend wordt dan word je bekeken. Je bent zichtbaar. Dat voelt naakt en gek. Alsof je anders niet gezien word. Ik was gelukkig niet de enige en zag dat meerderen daar last van hadden.
Jesse had nergens last van. Hij keek gewoon en vroeg mij wat ik deed. Ik zei dat ik angels uit conflicten haal. Dat vond hij mooi.
Met een grote glimlach ging hij aan de slag en ik genoot van het plezier waarmee hij werkte. Wat een passie en talent!
Soms moet je je eerst ergens aan overgeven en een stap zetten, maar dan heb je ook wat!